Mijn naam is Peter-Paul le Conge Kleyn en ik ben de oprichter van FAST Bijles. In 2009 ben ik als vrijwilliger begonnen met het ondersteunen van twee buurthuizen in Rotterdam west. Ik woonde toen in Rotterdam en studeerde onderwijskunde in Leiden met als specialisatie taalontwikkeling. Wat mij algauw opviel was dat er kinderen rondliepen met zeer ernstige taal- en rekenachterstanden. Omdat de buurthuizen gratis ondersteuning boden aan de kinderen uit de wijk, werden ze goed bezocht. De toenmalige docent in het buurthuis hielp de kinderen zo goed hij kon, maar hij had geen kennis en vaardigheden om met deze ernstige achterstanden om te gaan. Toen ik een paar ouders wees op de ernstige problemen van hun kind, konden ze niet veel zeggen. Dit kwam ten eerste omdat ze slecht Nederlands spraken en ten tweede omdat ze niet goed wisten wat ze moesten doen. Vanuit school kregen de ouders extra huiswerkbladen mee naar huis om te oefenen met hun kind. Maar, zo vertelden de ouders mij, ze wisten niet goed hoe ze met dit huiswerk aan de slag moesten gaan en daar kwam bij dat ze zich schaamden voor hun eigen matige beheersing van de Nederlandse taal. Ze gingen ervan uit dat hun kind zelf de Nederlandse taal beter beheerste. De ouders wisten wel dat de kinderen extra ondersteuning kregen op school van een computerprogramma.
De kinderen die ik hielp, hadden bijna allemaal een VMBO Kader advies. De grootste uitvallers waren te zien op de taalonderdelen: spelling, technisch lezen en begrijpend lezen. Wat me frappeerde was dat de kinderen wel goed presteerden met rekenen. Ik kon dit ontlenen aan de CITO uitdraai die de ouders mij gaven, maar waar ze zelf niets van begrepen. Toen ik de kinderen ontmoette zaten ze in groep 7 en was de entreetoets net geweest.
Wat ik hieruit kon opmaken was ten eerste dat bij het uitblijven van gerichte remediërende ondersteuning, het liefst van een remedial teacher, deze kinderen gegarandeerd naar het VMBO Kader zouden gaan. Het oordeel was al gevallen en voor de ouders kwam dit redelijk als een verrassing. Ten tweede dat deze kinderen aan het onderpresteren waren. Op alle vakken hadden ze ten minste een VMBO-TL advies, maar voor de taalonderdelen een VMBO Basis / Kader advies. Dus zo redeneerde ik, als je deze kinderen remediërende ondersteuning zou bieden, bij voorkeur van een persoon die ervoor opgeleid is om dit te doen, dan zou er een kans bestaan dat deze kinderen hun advies konden aanpassen naar het niveau van hun kunnen. Deze hulp zou, zo dacht ik, moeten komen van een remedial teacher instituut, want dit is de plek waar kennis en ervaring bij elkaar komt en waar mensen werken die weten hoe ze zulke kinderen gerichte ondersteuning moeten bieden. Dus mijn vraag was, waar was de remedial teacher voor deze kinderen?
De basisschool van deze kinderen had de remedial teaching weg bezuinigd en de ouders hadden geen geld om €40 per uur te betalen voor een externe remedial teacher. Dus wat konden de ouders doen? Gratis hulp bij het buurthuis, zo leek de enige weg. Dit speelde zich ruim vijf jaar geleden af en voor zover ik nu weet zijn de meeste buurthuizen gesloten.
Voor mij persoonlijk was dit wrang. Als je rijk bent, dan kun je goede begeleiding inkopen voor je kind. Mijn zusje kreeg ook remedial teaching, omdat ze dyslectisch was. Mijn ouders moesten het toen zelf betalen, maar ze zagen het belang ervan in en bovenal, ze konden het betalen. Het heeft haar de vaardigheden gegeven om met haar beperkingen om te leren gaan en het zorgde ervoor dat de taal geen barrière meer hoefde te zijn. Ze hoefde zich in elk geval niet meer te schamen in de klas.
Voor de ouders in Rotterdam West was er geen oplossing. Ze moesten hun vertrouwen leggen in de handen van de leerkracht, die naar mijn weten zijn best deed, maar door de volle klas en de grote hoeveelheid zorgleerlingen, zijn handen meer dan vol had. Ook bood een computer programma niet de instructie en begeleiding die deze kinderen nodig hadden om hun achterstanden in te halen.
Waar ik van droomde was een maatschappij waar remedial teaching instituten hun deuren zouden opengooien voor iedereen. Het zou niet uit hoeven maken of je arm of rijk bent. Elk kind met ernstige taal- of rekenproblemen zou de kans geboden worden om aan zijn of haar problemen te werken en zou daarvoor kunnen aankloppen bij een remedial teaching instituut waar de kwaliteit van begeleiding goed was. Dus waarom gebeurde dat dan nog niet? Waarom zou ik niet een remedial teaching instituut openen die er voor iedereen zou zijn.
Ik ben mij toen gaan verdiepen in wat er bij remedial teaching gebeurt. Ten eerste heeft een remedial teacher een remedial teaching methode nodig. Die ben ik toen als eerste gaan ontwikkelen. Mijn eerste concept versie van de methode testte ik toen bij 2 kinderen van het buurthuis. We werkten aan de taalonderdelen spelling, technisch lezen en begrijpend lezen. En wat bleek, na ruim een half jaar wekelijkse intensieve ondersteuning kregen de 2 kinderen zogezegd een upgrade advies van VMBO kader naar VMBO TL advies. Ze presteerden op hun niveau van kunnen en niet eronder. Daarnaast konden ze op de middelbare school naar een mavo/havo klas (schakelklas).
Met de methode was ik op de goede weg, maar dit was nog niet voldoende. Ik gaf de begeleiding en ik kost €40 per uur, maar de ouders betaalden mij €4 per les. Dat betekende dat er nog een gat geslecht noest worden. De gedachte rees toen om de 1-op-1 begeleiding, die de remedial teaching zo duur maakt, door vrijwilligers te laten doen. Ik vroeg mij namelijk af in hoeverre een remedial teacher noodzakelijk was voor het automatiseren van de deelvaardigheden bij de kinderen. Iets dat veel tijd kost en dus veel geld. Ik begon te onderzoeken in hoeverre mijn ontwikkelde methode en remedial teaching kennis en vaardigheden trainbaar waren aan vrijwilligers.
Ik ontwikkelde als gevolg hiervan een trainingsprogramma voor mijn methode. In samenwerking met het Oranje fonds en Sint Laurensfonds startte ik toen twee projecten in de wijk. Bij het eerste project trainde ik middelbare scholieren van het gymnasium met de FAST Methode (dat was de naam die ik mijn methode toen gaf). Zij gaven 1-op-1 begeleiding aan een basisschoolkind met ernstige spellingproblemen in het centrum van Rotterdam. In een ander project trainde ik studenten van het HBO en universiteit met de FAST Methode, zodat zij 1-op-1 begeleiding konden geven aan een kind met ernstige spelling- en begrijpend leesproblemen. Dit project speelde zich af in Den Haag Transvaal.
Wat er nu gebeurde was interessant. Ik had opeens tien tot 12 vrijwilligers in een ruimte zitten die allemaal een kind 1-op-1 begeleiding gaven met mijn methode. Ze begeleidden hun eigen leerling zoals ik ook een kind zou begeleiden en ik coachte het proces. Waar ik eerst zelf een kind begeleidde, daar had ik nu in een uur tien handen voor mij werken. Beide projecten heb ik laten voor- en nameten door een student van de universiteit. De leerresultaten waren zeer goed.
Dit was voor mij het teken dat ik op de goede weg was en dat ik op een alternatieve wijze remedial teaching kon bieden die efficiënter en goedkoper bleek. Alle kinderen kregen een diagnostisch onderzoek (dat ik afnam), alle kinderen kregen vervolgens intensieve 1-op-1 remediërende begeleiding met behulp van een remedial teaching methode. Een professional superviseerde de begeleiding van de vrijwilligers. Ouders werden betrokken en geïnstrueerd om thuis met hun kind te oefenen. Ook werd er overlegd met de leerkrachten.Na 15 lessen werd het project afgerond en werden de kinderen nagemeten om de voortgang inzichtelijk te maken. Het werd feestelijk afgesloten met een eindpresentatie waarin elk kind een rapport kreeg waarin zijn leervorderingen stonden.
De twee projecten waren in 2010 en van 2010 tot en met 2014 kregen ruim 400 kinderen, waarvan ouders niet de middelen hadden om remedial teaching te betalen voor hun kind, begeleiding met de FAST Methode.