donderdag 24 november 2016

Hoe kunnen we het onderwijs veranderen


Ik geloof dat als we het onderwijs willen veranderen dat we dan de leraar meer ruimte moeten geven in de klas. Ik heb het dan niet over de fysieke ruimte, maar over de ruimte om zich te richten op zijn core-business: Het lesgeven, zijn passie delen met zijn leerlingen.

Hoe creëer je meer ruimte in de klas? Ondersteun de leraar bij één van zijn grootste kopzorgen, zijn zorgleerlingen, zijn D/E leerlingen. Of nog liever, haal deze kopzorg voor hem weg.
Hoeveel tijd is de leraar niet bezig met het opstellen van individuele handelingsplannen en nog meer tijd met het uitvoeren van deze plannen. Hoeveel energie gaat er naar het differentiëren in de klas als gevolg van deze plannen? Het is een hele logistieke onderneming om naast de gemiddelde groep, de D/E leerlingen individuele aandacht te geven in de klas.

Stel nu eens dat je als leraar hier niet meer over hoeft na te denken. Hoeveel ruimte creëer je dan voor de leraar? Ruimte die hij kan besteden aan wat hij het liefst doet: lesgeven, na te denken over het curriculum, eigen lessen creëren, op onderzoek gaan.

Ik geloof dat je dan een stap hebt gezet in het veranderen van het onderwijs en kwaliteit hebt gegeven aan onze belangrijkste asset, onze leraren. 
En het aparte is dat dit niet ondenkbaar is. Principes als remedial coaching maken dit nu heel goed mogelijk.
Waarom creëren we niet één basisvoorziening voor onze zwakste leerlingen in de stad?


maandag 21 november 2016

Hoeveel euro besparen we? Een vergelijkend onderzoek.


Er wordt mij vaak gevraagd: “Peter-Paul, wat leuk dat je zegt: Remedial teaching is voor iedereen toegankelijk. Maar als we voor jou kiezen wat besparen we dan in kosten? Dus wat is het verschil in kosten tussen jou en een remedial teacher op school en een remedial teacher van een extern instituut?"

Hoe werkt remedial teaching
Om deze vraag te beantwoorden moeten we eerst kijken wat is remedial teaching. Remedial teaching is een proces dat foutief aangeleerde vaardigheden remedieert. Het begint met signaleren in de klas. Vervolgens wordt een handelingsplan opgesteld waarin staat wie, wat, waar en hoe. Daarna volgt het proces van remediëring. Hier wordt bij voorkeur 1-op-1 begeleiding gegeven. Tot slot wordt het begeleidingsproces geëvalueerd.

Waar ligt de winst
Wat ik voorstel is dat er bezuinigd wordt op het 1-op-1 remediërende begeleidingsproces door de remedial teacher, want dit arbeidsintensieve werk kost veel tijd en dus ook geld. Dit proces kan goed overgelaten worden aan non-professionals of vrijwilligers. Onderzoeken uitgevoerd voor FAST-Bijles bevestigen dit. Ook Marijke Theunissen van PassendWijs bevestigt dit in haar artikelen over remedial coaching en Reken Sprint.

Kosten remedial teacher op school
Stel je voor dat een school 40 kinderen heeft die 1-op-1 remedial teaching nodig hebben. 1-op-1 is de beste oplossing volgens de protocollen dyslexie en leesproblemen. Stel dat elk kind een handelingsplan nodig heeft. Het schrijven van dit plan kost gemiddeld 1 uur per leerling. En stel dat elk kind gemiddeld 16 wekelijkse sessies nodig heeft van 1 uur (er wordt uitgegaan van 1 uur volgens de protocollen dyslexie en leesproblemen), waarbij elke sessie 20 minuten voorbereidingstijd vraagt. In totaal is de remedial teacher 890 uur (16 sessies x 80 min x 40 leerlingen + 40 uur handelingsplannen) bezig. Een remedial teacher werkt 40 uur per week wat betekent dat de remedial teacher bijna 6 maanden bezig zal zijn met de 40 kinderen. En stel dat een remedial teacher voltijd rond de €3000 per maand kost. Dan kosten 40 kinderen een school ongeveer €18.000.

Kosten remedial teacher bij een privé instelling
Een remedial teacher kost minimaal €40 per les (soms een uur, soms zelfs 45 minuten) en kan oplopen tot €70 per les. Begeleiding aan 40 kinderen, waarbij uitgegaan wordt van 16 sessies bij een prijs van €40 per uur kost ongeveer €25.600 (40 leerlingen x 16 sessies x €40).

Kosten remedial teaching met de FAST-Methode op school
Stel nu eens dat je de 1-op-1 begeleiding overlaat aan vrijwilligers, ouders of familie, waarbij je het diagnostische werk overlaat aan een remedial teacher. En stel dat je een werkwijze hebt waardoor je deze mensen kunt trainen met kennis en vaardigheden van remedial teaching, zodat ze dit 1-op-1 begeleidingswerk succesvol kunnen doen. En stel dat je deze mensen precies vertelt waar ze aan moeten werken en hoe ze dat moeten doen. En stel dat je deze mensen coacht om hun voortgang te bewaken. Een werkwijze die dit mogelijk maakt is de FAST-Methode.
Een training met de FAST-Methode kost voor 1 kind €220, dus 40 kinderen kosten €8.800.

Een school bespaart hierdoor ongeveer €9.200 (50%).
Wanneer je het vergelijkt met een remedial teacher werkzaam in een instituut dan bespaar je €16.800 (65%).

De vraag is nu: Levert het begeleidingsproces door vrijwilligers dezelfde resultaten op als een remedial teacher? 
Naar mijn mening zal de vrijwilliger iets minder scoren wanneer je de balans opmaakt na 16 sessies. Ik verwacht van een remedial teacher dat hij beter presteert, maar dat het verschil wegtrekt wanneer je de vrijwilliger iets meer tijd geeft, dus meer sessies. Voor het proces betekent dit echter geen extra kosten.
Verder tonen onderzoeken naar de FAST Methode van de universiteit Leiden en Fontys remedial teaching opleiding aan, dat er goede DLE stijgingen worden gemaakt op spelling en technisch lezen. De onderzoeken zijn opvraagbaar bij FAST Bijles.

vrijdag 11 november 2016

Tweedeling in het onderwijs


Wat mij zo verbaast is dit. In een achterstandswijk in Rotterdam begeleidde ik vorig jaar een meisje dat toen in groep 8 zat. Haar advies was vmbo kader. Het meisje is duidelijk van allochtone afkomst. De moeder spreekt gebrekkig Nederlands, vader kan geen Nederlands al is hij het wel aan het leren, ze wonen in een zeer arm gedeelte van de stad en de moeder draagt een hoofddoek. Ik denk dat ik zo een beetje alle vooroordelen heb opgesomd waar je een kind mee kunt opzadelen. Dus waarom niet? Waarom geen vmbo kader advies? 
Het meisje krijgt van mij wekelijks 1-op-1 begeleiding met de FAST Methode (remedial teaching). Ik leg haar de principes uit van spelling en begrijpend lezen. We werken aan het veranderen van haar spelling- en begrijpend lezen denkpatronen (nieuwe oplosstrategieën) en werken aan het proces om tot goede samenvattingen te komen. Ook werken we af en toe aan rekenen. Aan het einde, vlak voor de toets, oefenen we met een oude Cito toets om de specifieke, soms dubbelzinnige vragen te bekijken. 

Na een half jaar hulp, maakt ze haar groep 8 Cito toets. Ze krijgt een havo advies. 

De leerkracht begrijpt er niets van en geeft haar het voordeel van de twijfel, vmbo/havo. Ze gaat naar de middelbare school en komt in een schakelklas waar ze na een halfjaar les overtuigend havo advies krijgt. Ze staat gemiddeld een 7,8. 

Laatst vertelde ze me dat ze nog wel eens op de basisschool komt, omdat haar broertje dezelfde leerkracht heeft. De leerkracht begrijpt nog steeds niet hoe het kan.
Dit is geen aanval op de leerkracht, want ik weet dat ze haar uiterste best gedaan heeft voor het meisje. Het zit haar niet mee: Volle klassen en veel zorgleerlingen. Wat me wel verbaast is dat dit meisje duidelijk een havo leerling is, maar door haar afkomst, wijk, hoe je het ook wilt bestempelen, geheid naar het vmbo kader was gegaan. Eén van de vele kinderen die tussen de wal en het schip vallen.

Wat had dit meisje nodig? Remedial teaching. Meer niet. En tja, dat het wat kost, dat het voor de ouders niet toegankelijk is, vind ik beschamend.

maandag 31 oktober 2016

"Wil je mijn kind bijles geven?"

Eens per week ga ik naar Rotterdam Delfshaven, omdat ik daar een paar kinderen remedial teaching aan huis geef. Ik doe het niet voor het geld, ik doe het omdat ik dan ook de 1-op-1 begeleiding kan geven aan het kind en zo mijn vaardigheden kan verbeteren. Door de begeleiding die ik zelf geef ontdek ik telkens nieuwe technieken die ik dan weer verder onderzoek om uiteindelijk in mijn trainingen aan de ouders te verwerken. Om 6 uur was ik klaar en fietste ik voldaan richting het station. Ik was nog niet koud de straat uit of ik hoorde vaag het geroep van een vrouw: "Meneer, meneer, mag ik u iets vragen." Ik zag in de auto een allochtone vrouw zitten met het raampje omlaag. In de auto zaten denk ik 5 kinderen. Toen ik naast haar autoraampje stond vroeg ze mij of ik bijles gaf. Compleet verbaasd vroeg ik haar hoe ze daar bij kwam. Had ze me misschien vaker zien fietsen op zaterdag in de wijk? Stond het misschien op mijn voorhoofd geschreven? Na een korte stilte vroeg ik haar hoe ze wist dat ik bijles gaf. Haar antwoord was: "Nee meneer, ik ken u niet, maar het is zo, ik zie geen blanke mannen door de straat fietsen dus ik dacht u moet wel bijles geven, kunt u mijn zoontje bijles geven, en zo ja, heeft u een kaartje?" Beduusd vertelde ik haar dat mijn kaartjes op waren en nadat ik haar mijn telefoonnummer gegeven had, reed ze verder.

Een antwoord op het artikel of we huiswerkbegeleiding voor iedereen moeten afschafffen


Op 28 oktober wordt op Komenskypost.nl (http://komenskypost.nl/?p=1408)
het artikel geschreven met de vraag of huiswerkbegeleiding voor elk kind afgeschaft moet worden of dat huiswerk in zijn geheel afgeschaft moet worden. Dit naar aanleiding van het voorstel van GroenLinks om huiswerkbegeleiding voor iedereen toegankelijk te maken.

Gerard Wegman, de auteur van het artikel, stelt dat het voorstel van GroenLinks onzin is en dat ze zich beter kunnen richten op goed onderwijs voor elk kind door onderwijsgevenden beter hun werk te laten doen. Het begint allemaal met goed onderwijs en dat zijn kleinere klassen en meer investering in differentiatievaardigheden van de leraren, volgens Wegman. De stelling wordt ondersteund met overtuigende bewijslasten van Bernard Gretsch en Brandy Young, waarbij Gretsch een causale relatie stelt tussen de huiswerkondersteunende vaardigheden van de ouders en het inhalen van de achterstand met de best presterende leerlingen van de school.
Maar is het voorstel van GroenLinks onzin?
Waar ik naartoe wil gaan is bekijken waarom we huiswerk hebben om dan te betogen dat de visie van GroenLinks niet verkeerd is. Ik wil betogen dat wanneer je bijles (huiswerkbegeleiding) voor iedereen toegankelijk maakt, dat je dan goed onderwijs stimuleert en tegelijk de leraren hun hoofdtaak zo optimaal mogelijk laat uitvoeren.

Waarom hebben we huiswerk? Is het om de kloof tussen VMBO en HAVO/VWO te vergroten? Ik geloof van niet. Goed onderwijs begint, naar mijn mening, met elk kind laten presteren op zijn niveau van kunnen: niet overpresteren, maar ook niet onderpresteren, omdat beide tot stress en frustratie leiden. Dit vraagt van  het onderwijs de voorwaarde dat elk kind op zijn of haar eigen tempo leert. Het leren begint in de klas met de leraar die de kinderen instructie geeft uit een lesmethode. Na de instructie van de leraar kunnen de kinderen de vaardigheid inoefenen in hun werkboek. De methode gaat ervan uit dat de instructie van de leraar en de oefeningen uit het werkboek volkdoende moeten zijn om de vaardigheid te beheersen. Dit veronderstelt dat de instructie voor elk kind optimaal is en dat het werkboek voldoende oefening biedt om de vaardigheid te internaliseren. Maar wat rest de kinderen die zogezegd “langzamer” leren: die moeite hebben met verbanden leggen, omdat ze gebrekkige of slecht geordende voorkennis hebben, een verkeerd aangeleerd denkproces hebben, of omdat ze gewoon meer repetitie nodig hebben? Zouden deze kinderen niet gebaat zijn met extra oefening, zodat ze in eigen tempo kunnen werken aan hun problemen en als gevolg daarvan niet de aansluiting met de gemiddelde groep verliezen? We spreken dan niet van huiswerk, maar van schoolwerk: werk dat in een later stadium al dan niet onder begeleiding extra geoefend wordt of waar verkeerd aangeleerde denkprocessen geremedieerd worden. Dit wordt ook wel convergente differentiatie genoemd
Voor de leerkracht vraagt dit veel vaardigheden. Het betekent dat er een proces ingang gezet moet worden om vaardigheden bij zwakke leerlingen in te oefenen. Of zelfs nog een stap verder, verkeerd aangeleerde denkstappen rechtzetten. Dit vraagt veel tijd en goed klassenmanagement en de vraag is of hier wel voldoende ruimte voor is in de klas.
Nu stelt het artikel aan het einde dat de rol van de ouders bij het huiswerk geminimaliseerd moet worden, omdat ze frustratie en verkeerd denken in de hand kunnen spelen. Maar ik denk dat juist hier de sleutel ligt. Wanneer je ouders instrueert in het leerproces van hun kind, dan kunnen zij het langzame proces van inoefenen van de (deel)vaardigheden op zich nemen. Zij worden degene die de bijles of huiswerkbegeleiding gaan geven. Het gevolg is dat de leraar in de klas alleen de voortgang van de leerlingen hoeft te bewaken en waar nodig bijstuurt. Dit betekent dat de leraar gemakkelijker kan differentiëren in de klas en meer kinderen tegelijk kan helpen.
Het proces valt en staat met de training van en samenwerking met de ouders. Natuurlijk roept dit veel vragen op, zoals: kunnen ouders wel leraar zijn of kost het instrueren van ouders niet veel tijd en dus geld? Maar er zijn in onderwijsland ontwikkelingen aan de gang die ouders op deze wijze kunnen trainen en actief partner kunnen maken in het leerproces van het kind. Hierbij wordt de ouder de bijlesleraar. Er ontstaat een stimulerende driehoek van leraar-ouder-kind. Het menselijk kapitaal binnen de school wordt als gevolg hiervan geoptimaliseerd: er ontstaat goed onderwijs voor elk kind.
Waar ik mee wil afsluiten is dat, naar mijn mening, het voorstel van GroenLinks helemaal zo gek nog niet is.

vrijdag 28 oktober 2016

Waarom ik dit belangrijk vind.

Mijn naam is Peter-Paul le Conge Kleyn en ik ben de oprichter van FAST Bijles. In 2009 ben ik als vrijwilliger begonnen met het ondersteunen van twee buurthuizen in Rotterdam west. Ik woonde toen in Rotterdam en studeerde onderwijskunde in Leiden met als specialisatie taalontwikkeling. Wat mij algauw opviel was dat er kinderen rondliepen met zeer ernstige taal- en rekenachterstanden. Omdat de buurthuizen gratis ondersteuning boden aan de kinderen uit de wijk, werden ze goed bezocht. De toenmalige docent in het buurthuis hielp de kinderen zo goed hij kon, maar hij had geen kennis en vaardigheden om met deze ernstige achterstanden om te gaan. Toen ik een paar ouders wees op de ernstige problemen van hun kind, konden ze niet veel zeggen. Dit kwam ten eerste omdat ze slecht Nederlands spraken en ten tweede omdat ze niet goed wisten wat ze moesten doen. Vanuit school kregen de ouders extra huiswerkbladen mee naar huis om te oefenen met hun kind. Maar, zo vertelden de ouders mij, ze wisten niet goed hoe ze met dit huiswerk aan de slag moesten gaan en daar kwam bij dat ze zich schaamden voor hun eigen matige beheersing van de Nederlandse taal. Ze gingen ervan uit dat hun kind zelf de Nederlandse taal beter beheerste. De ouders wisten wel dat de kinderen extra ondersteuning kregen op school van een computerprogramma.
De kinderen die ik hielp, hadden bijna allemaal een VMBO Kader advies. De grootste uitvallers waren te zien op de taalonderdelen: spelling, technisch lezen en begrijpend lezen. Wat me frappeerde was dat de kinderen wel goed presteerden met rekenen. Ik kon dit ontlenen aan de CITO uitdraai die de ouders mij gaven, maar waar ze zelf niets van begrepen. Toen ik de kinderen ontmoette zaten ze in groep 7 en was de entreetoets net geweest.
Wat ik hieruit kon opmaken was ten eerste dat bij het uitblijven van gerichte remediërende ondersteuning, het liefst van een remedial teacher, deze kinderen gegarandeerd naar het VMBO Kader zouden gaan. Het oordeel was al gevallen en voor de ouders kwam dit redelijk als een verrassing. Ten tweede dat deze kinderen aan het onderpresteren waren. Op alle vakken hadden ze ten minste een VMBO-TL advies, maar voor de taalonderdelen een VMBO Basis / Kader advies. Dus zo redeneerde ik, als je deze kinderen remediërende ondersteuning zou bieden, bij voorkeur van een persoon die ervoor opgeleid is om dit te doen, dan zou er een kans bestaan dat deze kinderen hun advies konden aanpassen naar het niveau van hun kunnen. Deze hulp zou, zo dacht ik, moeten komen van een remedial teacher instituut, want dit is de plek waar kennis en ervaring bij elkaar komt en waar mensen werken die weten hoe ze zulke kinderen gerichte ondersteuning moeten bieden. Dus mijn vraag was, waar was de remedial teacher voor deze kinderen?

De basisschool van deze kinderen had de remedial teaching weg bezuinigd en de ouders hadden geen geld om €40 per uur te betalen voor een externe remedial teacher. Dus wat konden de ouders doen? Gratis hulp bij het buurthuis, zo leek de enige weg. Dit speelde zich ruim vijf jaar geleden af en voor zover ik nu weet zijn de meeste buurthuizen gesloten.
Voor mij persoonlijk was dit wrang. Als je rijk bent, dan kun je goede begeleiding inkopen voor je kind. Mijn zusje kreeg ook remedial teaching, omdat ze dyslectisch was. Mijn ouders moesten het toen zelf betalen, maar ze zagen het belang ervan in en bovenal, ze konden het betalen. Het heeft haar de vaardigheden gegeven om met haar beperkingen om te leren gaan en het zorgde ervoor dat de taal geen barrière meer hoefde te zijn. Ze hoefde zich in elk geval niet meer te schamen in de klas.
Voor de ouders in Rotterdam West was er geen oplossing. Ze moesten hun vertrouwen leggen in de handen van de leerkracht, die naar mijn weten zijn best deed, maar door de volle klas en de grote hoeveelheid zorgleerlingen, zijn handen meer dan vol had. Ook bood een computer programma niet de instructie en begeleiding die deze kinderen nodig hadden om hun achterstanden in te halen.
Waar ik van droomde was een maatschappij waar remedial teaching instituten hun deuren zouden opengooien voor iedereen. Het zou niet uit hoeven maken of je arm of rijk bent. Elk kind met ernstige taal- of rekenproblemen zou de kans geboden worden om aan zijn of haar problemen te werken en zou daarvoor kunnen aankloppen bij een remedial teaching instituut waar de kwaliteit van begeleiding goed was. Dus waarom gebeurde dat dan nog niet? Waarom zou ik niet een remedial teaching instituut openen die er voor iedereen zou zijn.
Ik ben mij toen gaan verdiepen in wat er bij remedial teaching gebeurt. Ten eerste heeft een remedial teacher een remedial teaching methode nodig. Die ben ik toen als eerste gaan ontwikkelen. Mijn eerste concept versie van de methode testte ik toen bij 2 kinderen van het buurthuis. We werkten aan de taalonderdelen spelling, technisch lezen en begrijpend lezen. En wat bleek, na ruim een half jaar wekelijkse intensieve ondersteuning kregen de 2 kinderen zogezegd een upgrade advies van VMBO kader naar VMBO TL advies. Ze presteerden op hun niveau van kunnen en niet eronder. Daarnaast konden ze op de middelbare school naar een mavo/havo klas (schakelklas).
Met de methode was ik op de goede weg, maar dit was nog niet voldoende. Ik gaf de begeleiding en ik kost €40 per uur, maar de ouders betaalden mij €4 per les. Dat betekende dat er nog een gat geslecht noest worden. De gedachte rees toen om de 1-op-1 begeleiding, die de remedial teaching zo duur maakt, door vrijwilligers te laten doen. Ik vroeg mij namelijk af in hoeverre een remedial teacher noodzakelijk was voor het automatiseren van de deelvaardigheden bij de kinderen. Iets dat veel tijd kost en dus veel geld. Ik begon te onderzoeken in hoeverre mijn ontwikkelde methode en remedial teaching kennis en vaardigheden trainbaar waren aan vrijwilligers.
Ik ontwikkelde als gevolg hiervan een trainingsprogramma voor mijn methode. In samenwerking met het Oranje fonds en Sint Laurensfonds startte ik toen twee projecten in de wijk. Bij het eerste project trainde ik middelbare scholieren van het gymnasium met de FAST Methode (dat was de naam die ik mijn methode toen gaf). Zij gaven 1-op-1 begeleiding aan een basisschoolkind met ernstige spellingproblemen in het centrum van Rotterdam. In een ander project trainde ik studenten van het HBO en universiteit met de FAST Methode, zodat zij 1-op-1 begeleiding konden geven aan een kind met ernstige spelling- en begrijpend leesproblemen. Dit project speelde zich af in Den Haag Transvaal.
Wat er nu gebeurde was interessant. Ik had opeens tien tot 12 vrijwilligers in een ruimte zitten die allemaal een kind 1-op-1 begeleiding gaven met mijn methode. Ze begeleidden hun eigen leerling zoals ik ook een kind zou begeleiden en ik coachte het proces. Waar ik eerst zelf een kind begeleidde, daar had ik nu in een uur tien handen voor mij werken. Beide projecten heb ik laten voor- en nameten door een student van de universiteit. De leerresultaten waren zeer goed.
Dit was voor mij het teken dat ik op de goede weg was en dat ik op een alternatieve wijze remedial teaching kon bieden die efficiënter en goedkoper bleek. Alle kinderen kregen een diagnostisch onderzoek (dat ik afnam), alle kinderen kregen vervolgens intensieve 1-op-1 remediërende begeleiding met behulp van een remedial teaching methode. Een professional superviseerde de begeleiding van de vrijwilligers. Ouders werden betrokken en geïnstrueerd om thuis met hun kind te oefenen. Ook werd er overlegd met de leerkrachten.Na 15 lessen werd het project afgerond en werden de kinderen nagemeten om de voortgang inzichtelijk te maken. Het werd feestelijk afgesloten met een eindpresentatie waarin elk kind een rapport kreeg waarin zijn leervorderingen stonden. 
De twee projecten waren in 2010 en van 2010 tot en met 2014 kregen ruim 400 kinderen, waarvan ouders niet de middelen hadden om remedial teaching te betalen voor hun kind, begeleiding met de FAST Methode.

vrijdag 30 september 2016

Remedial Coaching met de FAST Methode in samenwerking met het Erasmiaans gymnasium.


NPO: Bijles moet gratis voor iedereen.


Op 25 september jl. was er op de NPO een discussie met als thema dat bijles voor iedereen toegankelijk moest worden. Dit komt voort uit een van de programmapunten van GroenLinks. Ze willen dat alle kinderen op het voortgezet onderwijs de mogelijkheid moeten krijgen om bijles te volgen, ongeacht het inkomen van de ouders. Dit betekent dat bijles betaalbaar, schaalbaar en van goede kwaliteit moet worden. De meningen zijn dat dit niet haalbaar is, te duur, liever kleinere klassen, betere leraren, maar is het niet haalbaar? Waarom of, als beide kunnen.

De discussie had als hoofdthema de tweedeling in de maatschappij die voortkwam uit het feit dat kinderen met minder kansen onderpresteerden en dat bijles net het steuntje in de rug zou kunnen betekenen om op het niveau van kunnen te presteren. Hierbij stond de rol van de ouders ter discussie.
Het ging hierbij vooral om VMBO leerlingen die, zo betoog Engbers, geen bijles wilden, omdat ze andere dingen aan hun hoofd zouden hebben. Daar komt bij dat ouders vaak onvoldoende bij machte zijn om grip uit te oefenen op de schoolontwikkeling van hun kind en ze naar bijles te sturen. Consensus was er over het feit dat dit vooral bij gezinnen met een laag opleidingsniveau speelde.
Dit kwam vooral vanuit Paul Rosenmoller, die in het interview vertelde dat het ontoelaatbaar is dat kinderen met laagopgeleide ouders vmbo advies krijgen en kinderen met hoogopgeleide ouders havo/vwo advies krijgen. De gedachte hierachter is dat wanneer je laagopgeleide ouders hebt dat de kans op taalproblemen groter wordt. Factoren die hieraan bijdragen zijn: Meer stress in het gezin, lager gesproken vocabulaire in het gezin, minder ontwikkelingsmogelijkheden voor het kind, enz. Wanneer het kind slecht scoort op taal als gevolg van zijn situatie, maar een goed IQ heeft, dan betekent het dat het kind ook slecht zal scoren op de CITO, die sterk talig is. Het gevolg is een vmbo advies, terwijl het IQ zegt dat je de potentie hebt van bijvoorbeeld havo. Dit versterkt onderpresteren en tweedeling. Taal bijles zou de oplossing kunnen zijn.
Engbers en Maltha vonden dat het daarom de school moest zijn die de leerlingen, al dan niet onder dwang, aan de bijles moest verbinden en niet de ouders.
Joli Luijckx zag dit juist anders. Zij is een groot voorstander van de rol van de ouders en hun betrokkenheid bij de school. Wanneer je hun meekrijgt dan zou dat de schoolprestaties kunnen bevorderen en zou je deze leerlingen ook naar de bijles krijgen. Het goed en tijdig informeren van ouders en kijken welke rol ze zouden kunnen spelen in de schoolontwikkeling van hun kind zou een belangrijke winst kunnen betekenen voor de prestaties van het kind.

Als ik aan tafel had gezeten dan was ik het eens met het standpunt dat er zeer zeker een grote groep kinderen in Nederland is, en dan vooral uit gezinnen met laagopgeleide ouders, die onderpresteren en dat juist het bieden van bijles aan deze kinderen, de tweedeling in de maatschappij zou kunnen verkleinen. Wat mij opviel in het onderwijs en dan spreek ik over mijn eigen ervaringen in het basisonderwijs, is dat ouders heel graag hun kind willen helpen, maar niet weten wat en hoe ze dit moeten doen. Er is veel onzekerheid en angst op dit gebied: “Wat moeten we doen om ons kind te helpen en hoe moeten we dat dan doen?” “Zijn onze eigen tekortkomingen geen beperking om ons kind te helpen?”
Willen we de rol van de ouders serieus nemen en hun actief stimuleren, dan moeten we beginnen met het weghalen van deze onzekerheid en schroom en ze gerichte sturing geven op dit toch al ondoorgrondelijke speelveld. De premisse blijft dat elke ouder het beste wil voor zijn kind.
Wat mij altijd zo verbaasde is wanneer een ouder het eindelijk durfde om de intern begeleider aan te spreken en te vragen naar de voortgang van hun kind, dat ze dan overweldigd werden met grafieken en een batterij aan getallen, wat uiteindelijk moest aantonen dat hun kind presteerde op het niveau dat de school verwachtte. Onthutst en overdonderd verlieten de ouders het gesprek met een gevoel dat er iets niet klopte, en dat ze maar vertrouwen moesten hebben in de school, die het beste met het kind voorheeft. Maar wat de ouders in de meeste gevallen niet beseften is dat hun kind op een vmbo kader advies afstevende, wat hun pas eind groep 7 als een donderslag bij heldere hemel zou overvallen.

Ik sluit me aan bij Luijckx en betoog dat wanneer je ouders actief betrekt bij de schoolontwikkeling van hun kind, dat je daardoor onderpresteren tegengaat. Want wil je ouders betrekken, dan moeten ze een noodzaak voelen en die ontstaat wanneer ze actief betrokken raken. Hiermee bedoel ik dat de ouders zelfstandig moeten leren inzien hoe hun kind ervoor staat. Wanneer ze begrijpen wat er gebeurt, wanneer ze zelf begrijpen hoe hun kind ervoor staat, dan is de weg geplaveid voor vervolgstappen of bijles, er is opeens noodzaak. En wanneer je de bal bij hun legt, als je ze voorstelt om zelf een actieve rol te spelen in de achterstand dan hoeven ze niet meer het internet af te struinen naar externe bijles, die voor sommige ouders veel te duur is. Want wat de ouders voorgesteld wordt is om zelf bijlesleraar te worden, mits ze de daar de tijd voor hebben of het kunnen. En als ze dat niet kunnen, waarom dan niet een naast familielid die het kind wil helpen of zelfs een vrijwilliger.
Wat ik voorstel is dat remedial coaching voor de ouders gestart wordt. Dit betekent dat de ouders volgens de principes van remedial coaching getraind worden om bijles te geven aan hun kind. Ik noem het geen bijles, maar remedial teaching, omdat ze deel uitmaken van het remedial teaching proces. In een eerder artikel heb ik het al gehad over wat remedial coaching is en hoe het in zijn werk gaat. De basisgedachte is dat iedere moet doen waar hij goed in is. De professional coacht het proces, terwijl de ouder of vrijwilliger het uitvoerende werk doet, ofwel de begeleiding. Centraal tijdens de begeleiding staat het leerproces en het automatiseren van goede oplosstrategieën. Door de ouders op een specifieke wijze te trainen is het mogelijk om ze in het remedial teachingproces te betrekken en een model te creëren dat zowel tijd/kosten efficiënt als effectief is. De professional of de remedial teacher krijgt een coachende rol. Vanuit mijn eigen praktijk en opgebouwde werkwijze met remedial coaching ontdekte ik dat ouders tot zelfs middelbare scholieren hele goede bijlesleraren konden worden.

Waar ik mee wil afsluiten is dat ik het eens ben met Jesse Klaver dat bijles voor iedereen toegankelijk moet worden en natuurlijk zijn kinderen, vooral zwakke leerlingen, gebaat bij kleinere klassen, alleen zou ik de pijlen van gratis bijles niet te veel richten op het middelbaar onderwijs, maar ook de basisschool hierin betrekken waar de problemen grotendeels ontstaan. Ook het standpunt van Joli Luickx sta ik helemaal achter, want juist in de ouderbetrokkenheid ligt de sleutel. 
Naar mijn mening is dat goede bijles heel nuttig kan zijn en het kan zwakke leerlingen net dat duwtje in de rug geven dat ze nodig hebben om een goed cijfer te halen. Maar wanneer we het hebben over basisschool leerlingen dan weet ik niet of zwakke leerlingen geholpen zijn met bijles. Vanuit een psycholinguïstisch perspectief zouden de taalzwakke leerlingen (maar ook de rekenzwakke leerlingen) meer gebaat zijn met remedial teaching. Net als bij bijles is remedial teaching een kostbaar gegeven, maar dit proces van betaalbaarheid is, net als wat Kasper Maltha aantoonde in het gesprek, mogelijk. Ook remedial teaching lessen kunnen voor ierdeeen toegankelijk en betaalbaar worden en dit kan naar mijn mening gedaan worden met een remedial coaching model. En wanneer ouders een actieve bijdrage willen leveren in het begeleidingsproces van bijvoorbeeld hun eigen kind, dan is opeens veel mogelijk en kunnen remedial teaching lessen of bijlessen aangeboden worden voor een prijs, die een stuk lager ligt dan van bijlesinstituut Studo. Dus ik zeg, de tijd is rijp voor remedial coaching!

donderdag 29 september 2016

De FAST®-Methode: Remedial teaching vs. Bijles.


Kan de FAST® Methode taalproblemen in het land oplossen? Kan de FAST® Methode aan iedereen remedial teaching garanderen, ongeacht het inkomen van de ouders?
Het antwoord is ja! “Hoe kan dat dan”, krijg ik als vraag. Het is simpel, door middel van remedial coaching en de FAST® Methode. In het model van remedial coaching, dat ik in een eerder artikel heb uitgewerkt, kunnen op een kosten- en tijdefficiënte wijze kinderen met dyslexie, taalachterstanden en rekenachterstanden 1-op-1 remedial teaching krijgen. De FAST® Methode wordt als middel ingezet om het proces van remedial teaching te voorzien. De kinderen krijgen hierdoor geen bijles, maar remedial teaching.

Het verschil tussen bijles en remedial teaching is dat bij bijles de lesstof uit de klas als leidraad gebruikt wordt en herhaald wordt. Tijdens de bijles wordt de niet begrepen stof nogmaals doorgenomen. Bij remedial teaching wordt gekeken naar de oorzaken van het probleem en worden deze aangepakt. Het leerproces, de denkstappen, hoe het een probleem oplost staat hier centraal. Bij remedial teaching wordt de verkeerde denkwijze aangepakt. Nieuwe strategieën worden aangeleerd om de stof goed te begrijpen en tot de juiste oplossing te komen. Belangrijk hierbij is dat het afgestemd wordt op de behoefte van het kind.

Hoe zie ik dit dan concreet voor me? Men moet zich voortellen een centrum voor kinderen met allerlei taal- en rekenachterstanden. Je ziet een ruimte waar bijvoorbeeld 12 tafeltjes en 24 stoelen staan. Aan elk tafeltje zit een vrijwilliger die intensief getraind is met de FAST® Methode door een taalprofessional. Door middel van het handelingsplan dat de remedial teacher heeft opgesteld weet de vrijwilliger precies waaraan gewerkt moet worden, welke deelvaardigheden ingeoefend, welke strategieën ingezet moeten worden. De leerling krijgt dus een plan afgestemd op zijn of haar behoeftes. Op tafel liggen afgestemde werkmaterialen van de FAST® Methode en een Lego plaat met Lego. De getrainde vrijwilliger kan, wanneer de leerling binnenkomt, beginnen met de remediërende lessen van de FAST® Methode. Het proces wordt gesuperviseerd / gecoacht door de remedial teacher (die we nu remedial coach zullen noemen). De Remedial coach houdt de leerdoelen in de gaten en staat de vrijwilliger bij in het proces. Dus waar de remedial teacher in eerste instantie 1 of hooguit 2 kinderen kon begeleiden in 1 uur, daar ziet de remedial coach in 1 uur 12 kinderen 1-op-1 begeleiding krijgen. Het is alsof de remedial coach 12 handen gekregen heeft! De remedial coach hoeft alleen te coachen. Dit is niet alleen tijd besparen, maar ook kosten besparen!

Maar het kan ook anders. Een kind wordt aangemeld bij het centrum. Tijdens het intakegesprek wordt gekeken waar de problemen zitten en een handelingsplan wordt voor het kind opgesteld. In de volgende fase wordt een ouder / familielied of een vriend van het gezin geselecteerd, die de remedial teaching wil en natuurlijk kan geven aan het kind. Als er niemand is die het kan doen, dan wordt samen gezocht naar een geschikte vrijwilliger(ster). De geselecteerde persoon krijgt de unieke en intensieve training met de FAST® Methode. Het handelingsplan dient als leidraad. Vervolgens gaat deze getrainde vrijwilliger aan de slag met het kind in wekelijkse remediërende sessies. Tussentijds en na de training evalueert de vrijwilliger met de professional de voortgang en worden de vervolgstappen bepaald. Het hele proces kan afgestemd of in samenwerking met de school gedaan worden.

Zo zie ik het voor me en werk ik…

Wat is de FAST® Methode?


Van veel lezers krijg ik de vraag wat de FAST® Methode is, wat het betekent en hoe het werkt.Met dit artikel wil ik daar helderheid in scheppen.

De FAST® Methode (Fonografie en Analogie Strategie Training Methode).
De FAST® Methode is een wederzijds overgedragen remediërend leesprogramma dat bestaat uit losstaande, op zichzelf staande,  instructie eenheden voor elk van de componenten (linguïstische vaardigheden, spelling, leessnelheid en begrijpend lezen). Dit zorgt ervoor dat unieke, op de leerling afgestemde programma’s samengesteld kunnen worden. De componenten zijn van remediërende aard, omdat ze de tekorten bij de leerling wegwerken en zijn daarmee zeer geschikt voor leerlingen (jong en volwassen) met dyslexie of achterstanden. De methode maakt het mogelijk om de leerling een heroriëntering te geven en de taal opnieuw op te bouwen. In wederzijdse afstemming worden leraar en leerling uitgedaagd om elkaar te onderwijzen en inzicht te geven in het gebruik van cognitieve en metacognitieve leerstrategieën.

Instructie
De FAST® Methode maakt gebruik van aparte op zichzelf staande programma’s voor elk van de componenten (linguïstische vaardigheden, spelling, leessnelheid en begrijpend lezen). Instructie is gebaseerd op wederzijdse instructie en betekent:
1.     Cognitieve en metacognitieve leerstrategieën worden gemodelleerd door de coach om tot de juiste oplossing te komen.
2.     Stap voor stap feedback door de “leraar” om goede antwoorden te bevestigen en te belonen en om gemodelleerd uitleg te geven bij foutieve oplossingen.
3.     Er is sprake van wederzijds lesgeven waarin de leerling en de leraar van rol wisselen.
4.     Er is meerdere keren per week geschreven interactie tussen leraar en leerling.

Linguïstische vaardigheden
Gebaseerd op de Nederlandse taal, de linguïstische vaardigheden component traint expliciet de fonologische (klank analyse, klankpatronen, enz.) en orthografische vaardigheden (letter-klank koppeling, klinker-medeklinker patronen, woordbeelden - morfologische vaardigheden, enz.). Er wordt een heroriëntering gegeven waardoor de taal opnieuw opgebouwd wordt.
Kinderen (jonge, maar ook oudere kinderen) met dyslexie en taalachterstanden die fonologische tekorten vertonen, hebben expliciete instructie nodig op het foneem-grafeem niveau. De linguïstische vaardigheid component richt zich specifiek op de kleinste letter-klank eenheden terwijl tegelijk de grotere lettergreep eenheden getraind worden. Het doel van de linguïstische vaardigheden is om het woordbeeld te ontwikkelen door kern klanken en synthese vaardigheden te remediëren.
De kern van de instructie is gebaseerd op het gebruik van cognitieve strategieën (analogie, woorddelen, enz.), om linguïstische vaardigheden (zoals de stomme klank, dubbele medeklinker, enz.) te integreren. Bovendien maakt de instructie gebruik van een gestructureerd Lego en kleuren systeem. Dit Lego-kleuren systeem zorgt ervoor dat er gerichte analyse komt van de linguïstische vaardigheden en om taalpatronen te herkennen. Daarnaast zorgt dit systeem ervoor dat de cognitieve strategieën geankerd worden aan de kleuren. Voor kinderen met taalachterstanden en dyslexie is dit een visuele en tastbare werkwijze en slaat de brug tussen het denken en het doen wat bij de zwakke taalleerling verstoord is.

Spelling vaardigheden
Het goed kunnen spellen heeft voordelen voor het leesproces, maar het is ook noodzakelijk in het goed kunnen uitdrukken in schrift. En hoewel spelling als een belangrijk vaardigheid gezien wordt, besteden scholen hier weinig aandacht aan. Wanneer naar taalzwakke leerlingen gekeken wordt, krijgen kinderen met technisch leesproblemen voorrang.
De spellingvaardigheden component in de FAST® Methode bouwt op de linguïstische vaardigheden en versterkt zodoende de vaardigheden. Bij de spelling van woorden, maar ook bij werkwoordspelling, draait het om verschillende categorieën. Met behulp van specifieke cognitieve (rijm, analogie, enz.) en metacognitieve (monitoren) strategieën en instructiematerialen krijgt de spelling een heroriëntering en wordt het systematisch opgebouwd. Tijdens elke les wordt de leerling uitgedaagd om informatie samen te voegen in een uitgebreid begrip van woordpatronen, woordbeelden en regels.

Leessnelheid (technisch lezen)
De leessnelheid is een belangrijke vereiste voor het begrijpend lezen. De gedachte hierachter is dat tijdens het begrijpen van een tekst de minste cognitieve energie verloren moet gaan aan het ontsleutelen van woorden. Met andere woorden, wanneer het lezen vloeiend gaat, dan kan alle concentratie uitgaan naar het begrijpen van de tekst.
De leessnelheid component bouwt net als de spellingcomponent voort op de linguïstische vaardigheden component. Gebaseerd op de herhaald lezen techniek, lezen de leerlingen woorden en zinnen twee maal voor 1 minuut, waarna het doel gesteld wordt om het aantal correct gelezen woorden te verhogen. Ook tekstpassages worden op dit principe uitgevoerd. De leerling traint op deze wijze zijn opnamevermogen en dwingt zichzelf als het ware om boven zijn huidige snelheid uit te stijgen. En tegelijk bouwt het een vocabulaire van zichtwoorden op. Daarnaast lezen leerlingen wisselrijtjes om de woordstructuur te begrijpen en sneller te doorgronden. Ook Lego en kleuren worden gebruikt om dit proces te integreren.

Begrijpend lezen
Bij begrijpend lezen wordt de leerling door middel van het expliciete wederzijdse instructie model geleerd om tot goede samenvattingen te komen van een tekst. De belangrijkste cognitieve (voorspellen, vragen stellen, enz.) en metacognitieve strategieën (regulatie en monitoren) komen tijdens de instructie aan bod, waarbij toegewerkt wordt naar een geïntegreerde samenvatting.
Een belangrijk proces dat de leerling doormaakt in het samenvatten is het kritisch leren denken. Samen met de leraar wordt de leerling begeleid om een eigen denkbeeld te formuleren.

vrijdag 23 september 2016

Scholen in arme wijken schieten tekort – Middelbare scholen in achterstandsgebieden 'liegen collectief' over slechte kwaliteit onderwijs. Kinderen op middelbare scholen in achterstandswijken krijgen niet het onderwijs dat ze nodig hebben. Ze hebben baat bij meer lesuren, maar daar is geen geld voor. Ook hebben de scholen te weinig budget voor zorg. Dit zeggen schoolleiders tegen de Volkskrant. Bron: http://www.volkskrant.nl/binnenland/scholen-in-arme-wijken-schieten-tekort~a4097331 auteur Rik Kuiper 9 juli 2015, 02:00

donderdag 22 september 2016

Wat is Remedial Coaching? Is het een stap vooruit of is het remedial teaching in een nieuw jasje?


Inleiding
Kinderen moeten op de basisschool leren lezen en schrijven. Het is niet vanzelfsprekend dat dit proces vlekkeloos verloopt. Voor deze leerlingen is het belangrijk dat we hun taalproblemen vroegtijdig signaleren. De reden hiervoor is dat we er enerzijds zo snel mogelijk iets aan kunnen doen om de achterstand ten opzichte van hun klasgenoten niet te vergroten. Anderzijds om zo vroeg mogelijk een eventueel dyslexie dossier op te kunnen bouwen. Na signalering van lees- en/of spellingproblemen begint een proces van intensivering van de gesignaleerde probleemgebieden. Voor een deel van de leerlingen is uitbreiding van de instructie en oefentijd voldoende (zorgniveau 2). Bij onvoldoende progressie hierop is verdere intensivering nodig in de vorm van specifieke interventies ter aanvulling van de lesstof (zorgniveau 3). Echter, wanneer leerlingen op zorgniveau 3 onvoldoende progressie vertonen, dan is er mogelijk sprake van dyslexie.

Voor kinderen op zorgniveau 2 en niveau 3 is speciale begeleiding nodig. Deze begeleiding wordt vaak aangeboden in de vorm van remedial teaching. Remedial teaching kan omschreven worden als (www.lbrt.nl):

• individuele begeleiding (in kleine groepjes komt ook voor).
• handelingsgericht werken: signalering, diagnosticeren, remediëring, evaluatie.
• doelgericht en intensief werken met een leerling of leerlingen.
• hulp op maat n.a.v. een hulpvraag.
• aanleren van vaardigheden om met leerprobleem /-stoornis te kunnen omgaan.
• ervoor zorgen dat de leerling op zijn/haar eigen school kan blijven.
• een plan maken dat in de groep gebruikt wordt wanneer de RT'er er niet bij is.
• informatie verstrekken aan het kind en zijn omgeving (school en ouders).

Problemen binnen de Remedial Teaching

In het vierde nummer van Remedial Teaching (2016) werd de rol van remedial teaching beschreven. Met de invoering van Passend Onderwijs in 2014 kozen veel scholen niet voor ondersteuning in de klas, maar juist voor klassen waar eigen leerkrachten zorgleerlingen gingen begeleiden. Het gevolg hiervan was dat leerkrachten zich gingen professionaliseren en Master SEN opleidingen gingen volgen. Maar dit wilde niet zeggen dat de problemen minder werden. Er kwamen steeds meer geluiden dat leerkrachten in het basisonderwijs en docenten in het voortgezet onderwijs overbelast raakten. Volgens het CBS (2014) bleken 21,3 % van de leerkrachten thuis te zitten met een burn-out. Het gemiddelde in andere sectoren ligt op 14,4%.
Ook in het evaluatierapport Passend Onderwijs (2016) bleek dat 86% van de leerkrachten in het basisonderwijs en 91% in het voortgezet te weinig tijd hadden voor leerlingen met extra ondersteuning.
Daarnaast vond 47% van de leerkrachten in het basisonderwijs en 57% in het voortgezet dat leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte, als gevolg van de wet Passend Onderwijs, tussen het wal en het schip vielen.

Het resultaat van deze ontwikkeling is dat de eigen praktijken van remedial teachers de afgelopen jaren sterk zijn toegenomen. Ouders vinden hun weg naar externe hulp voor hun kind. Want als de cito resultaten niet naar behoren zijn en er onvoldoende individueel aandacht voor de kinderen is om ze gerichte instructie te geven. Daarbij komt de vraag hoe groot de klassen moeten zijn voor een leerkracht om effectief onderwijs te geven; de leerkracht is geen duizendpoot. De intern begeleider heeft een adviserende rol en is er niet voor de begeleiding. Logisch dat de remedial teacher met de eigen praktijk een grote uitkomst is.
Maar niet alle ouders kunnen een remedial teacher betalen. Dan rijst de vraag of het onderwijs niet moet voorzien in de remedial teaching. Hebben niet alle kinderen recht op extra ondersteuning? Ontstaat hierdoor een tweedeling. Kinderen die remedial teaching krijgen, krijgen dit omdat hun ouders dit kunnen betalen. Maar wat als je remedial teaching nodig hebt, maar je ouders dit niet kunnen betalen? Zover het artikel en de rol van de remedial teacher volgens de LBRT (Landelijke Beroepsvereniging van Remedial Teaching).  

Remedial Coaching als reactie op de ontwikkeling in het onderwijs
Als reactie op deze ontwikkeling in het onderwijs zou Remedial Coaching een rol kunnen spelen.

Remedial Coaching is een tijd- en kostenefficiënte vorm van het remediëringsproces, afgestemd op de ondersteuningsbehoefte (veelal leerachterstanden in spelling, technisch lezen of rekenen) van de individuele zorgleerling op de basisschool en middelbare school.

Remedial Coaching behelst het – binnen de Remedial Teaching – coachen van het remediëringsproces binnen handelingsgericht werken. Het remediëringsproces bestaat uit het automatiseren van de deelvaardigheden en integreren van cognitieve en metacognitieve oplosstrategieën. Het coachen bestaat uit het trainen van (hulp)ouders, onderwijsassistenten, studenten (Mbo, Hbo, universiteit), middelbare scholieren en vrijwilligers. Deze getrainde vrijwilligers geven vervolgens de 1-op-1 begeleiding aan de zorgleerling. Tijdens dit proces worden de getrainde vrijwilligers gecoacht door de Remedial Coach
Het resultaat is dat in 1 uur meerdere kinderen tegelijk 1-op-1 remedial teaching kunnen krijgen. Dit in tegenstelling tot de traditionele situatie waarin de remedial teacher 1 of hooguit 2 leerlingen in 1 uur kon begeleiden.

De Remedial Coach kan bijvoorbeeld als partner van de Intern Begeleider (IB’er), binnen de school zorgen voor een goed verloop van het remediëringsproces. De Remedial Coach zorgt voor de training en coaching van de 1-op-1 begeleiders op didactisch en pedagogisch vlak; zorgt voor tussentijds overleg met de leerkracht, het bewaken van de voortgang en het begeleiden van tussentijdse toetsen, maar bespreekt ook samen met de IB’er, leerkracht en de ouders van de zorgleerling welke ‘diepte zorg’ noodzakelijk wordt geacht. Daarnaast zal de Remedial Coach, indien nodig de zorgleerlingen en de 1-op-1 begeleiders (extra) uitleg geven over doel en werkwijze, de begeleiding van de zorgleerlingen evalueren, en verder onderzoek en/of observaties (laten) uitvoeren.

Om van Remedial Coaching te spreken moet ten minste in de volgende drie voorwaarden voorzien worden:
  • een trainingsprogramma voor Remedial Coach dat onderwijzend personeel geschikt maakt om als Remedial Coach te fungeren / op te treden;
  • een trainingsprogramma voor de 1-op-1 begeleiders: middelbare scholieren, (hulp)ouders, onderwijsassistenten, studenten MBO/HBO/ universiteit of vrijwilliger.
  •  een Remedial Coaching methode met een remediërende functie. Hiermee wordt verstaan dat de methode deelvaardigheden kan automatiseren en cognitieve en metacognitieve oplosstrategieën kan integreren. Voorbeelden van Remedial Coaching methodes zijn Rekensprint en de FAST-Methode®.

Wat zijn de voordelen van Remedial Coaching:
  • De Remedial Teacher kan zijn of haar tijd efficiënter inrichten. 
  • Doelgerichter aan de slag.
  • Meerdere kinderen met problemen kunnen 1-op-1 remediërende begeleiding krijgen.
  • Ouder kunnen als begeleider in het proces betrokken worden.
  • Ook het sociale werkveld buiten de school kan profiteren van Remedial Coaching. Men kan denken aan bibliotheken of buurthuizen. 

Organisaties die zich bezighouden met Remedial Coaching:
Organisaties die zich bezighouden met Remedial Coaching zijn FAST Bijles en Stichting Taal voor Mekaar.

Is Remedial Coaching succesvol?
Het proces van remedial coaching werd getest door Le Conge Kleyn die werkzaam was voor stichting SamenLerenLezen. In het trainingsprogramma dat hij ontwikkelde, werden vrijwilligers (studenten van het HBO en de universiteit) en excellente middelbare scholieren getraind met de FAST® Methode die hij tevens ontwikkelde. De FAST® Methode is een acroniem voor Fonografie en Analogie Strategie Training Methode. De FAST® Methode is een remedial coaching methode en behelst remedial teaching werkmaterialen en een programma om vrijwilligers te trainen met remedial teaching kennis en vaardigheden en een remedial coaching organisatiemodel.
Nadat de vrijwilligers hun training van de remedial coach gekregen hadden konden ze aan de slag. Ze gaven 15 1-op-1 lessen van 1 uur aan hun eigen basisschoolleerling met een achterstand op de gebieden van spelling, technisch lezen of begrijpend lezen. Ze hielden zich bezig met het automatiseren van deelvaardigheden. Bij spelling was dit bijvoorbeeld de medeklinker verdubbelingsregel. Bij technisch lezen was dit bijvoorbeeld visuele synthese.
Het proces werd gesuperviseerd door de remedial coach, die de getrainde vrijwilligers feedback gaf, bijstuurde en vragen beantwoordde. Maar bovenal hield hij de voortgang van de kinderen in de gaten. De leerlingen werden in het proces voor- en nagemeten met diagnostische instrumenten, zoals de DMT, CITO begrijpend lezen of het PI-Dictee. De resultaten lieten zien dat de kinderen die remedial coaching met de FAST® Methode kregen, een sterke leerrendement stijging lieten zien, terwijl soortgelijke leerlingen die hier niet aan deelnamen in hun leerrendement stagneerden. Hiermee werd aangetoond dat remedial coaching een goede aanvulling was op de werkwijze van de remedial teacher en de individuele zorgbegeleiding van het kind.